Dag 1:
Op dag 1 gaan we met de Brunnibaan naar de hut met dezelfde naam, op 1860 meter. Daar is het gezellig druk, zoals het hoort op een zomerse zondag in juli. Wij doen hier onze eerste klettersteig op de Brunnistöckli. Hij is niet lang, maar heeft wel twee spannende hangbruggetjes. Om ons heen kinderen en bejaarden, waardoor er een bepaalde lichtheid over ons komt en we fluitend bovenkomen. Na een drankje bij de hut pakken we een klein rugzakje in en lopen we naar de Rugghubelhütte (2290 meter), onze slaapplek voor vannacht.De klettersteig is een gemakkelijke om te beginnen. Daarna wandelden we van de Brunnihut naar de Rugghubelhut zie de kaart hierboven. Een alternatieve route is deze tocht. Onze start vanuit de Brunni ligt veel hoger en de tocht was dus ook een stukje minder zwaar.
Dag2:
In prachtig ochtendlicht lopen we terug naar de Brunnihütte, voor meer avonturen. De enige die we tegenkomen is een oude man met een loodzware vracht hout op zijn rug. Na een praatje lopen we verder en passeren we de Brunnihütte, op weg naar onze tweede klettersteig op de Brunnistöckli. De klettersteig Zittergrat is duidelijk een niveau zwaarder dan de route die we gisteren deden. Er is een stevige overhang, maar de crux zit hier in een traverse in een loodrecht deel van de wand, waarbij er helemaal geen grepen voor de handen zijn. Natuurlijk is er de kabel waaraan we zijn gezekerd, maar wie daarop vertrouwt, hangt heel erg naar achteren en maakt het zichzelf heel zwaar.
We ontmoeten onze gids voor het middagprogramma: klimmen op de Bettlerstock (2099 meter). Na de lunch verlaten we dus de drukte rond de hut en stappen we van het pad af om bij de instap van de routes te komen. Ook dat is voor Margriet en Jort een kennismaking met iets nieuws. Want terwijl de paden rond de Brunnihütte heel goed toegankelijk zijn, is de aanloop naar de prachtige monoliet die nu ons doel is, iets heel anders. En steil paadje over de alm dat af en toe gebruikmaakt van een gruishelling. Het vraagt zichtbaar meer van balans en conditie.
Margriet gaat met de gids kennismaken met het sportklimmen op prachtig kalksteen. Jort en ik hebben ons oog laten vallen op een zonnige route van twee lengtes 5c+, die heel toepasselijk Klassik Sud heet. Voor Jort, die veel ervaring heeft in de hal, is dit de eerste multipitch en een mooie kennismaking met wat erbij komt kijken als je zelfstandig meerdere touwlengtes gaat klimmen en abseilen. Als we weer veilig op de grond staan, proberen we samen met de gids nog een paar moeilijke lengtes aan een toprope. Jort stelt vast dat klimmen op echte rots toch weer een ander spelletje is dan het klimmen op het plastic van de klimhal. Maar zeker zo leuk!
Dag 3:
Klettersteig op de Rigidalstock (2593 meter). Deze tocht, met zijn wat langere aanloop, de lunch op de top, het topboek en de afdaling, heeft een totaal ander karakter dan de klettersteigs op de Brünnistöckli. Hier zijn we echt onderweg in de bergen en komen we op plekken waar we zonder de kabels alleen aan touw zouden durven gaan. Ook de afdaling vraagt concentratie: vallen in een klettersteig is en blijft taboe. Terug in de hut is er tijd genoeg om na te genieten en uit te kijken naar de volgende dag.
Dag 4: Laatste klimtocht
De Fürenalpwand heeft echt alles in zich: klauteren (niveau B), maar ook loodrechte tot overhangende delen met als uitsmijter een wiebelende ladder (niveau D/E) met honderden meters lucht onder de voetzolen! In de woorden van Margriet: "Nou, ik vind dit best wel stoer!" Waarop Jort reageert: "Maar je bent ook stoer mama!" Kijk, dit is een zoon die weet wat zijn moeder wil horen.
Met de lift gaan we door de mist naar beneden om de bus en lift te pakken naar onze volgende en laatste bestemming: de Jochpasshut (2207 meter). Om daar te komen, moeten we langs taferelen die we toch moeilijk anders kunnen beschrijven dan als een grote kermis. Busladingen vol Indiërs nemen hier de lift omhoog, want op de Titlis zijn een aantal beroemde scènes voor Bollywoodfilms opgenomen. Van de locals hadden we het al gehoord: de mensen kennen de naam Engelberg vaak niet, maar de Titlis is in álle georganiseerde tours opgenomen. Gelukkig mogen wij door naar de Jochpashut, maar onderweg hebben we toch tranen in de ogen als we zien hoe het landschap hier is verknoeid.
We besluiten om onze laatste ochtend op zoek te gaan naar de klimtuin, die in het stille dal in het zuidwesten van de hut ligt. De wandeling is prachtig, maar het is – zoals vaak bij dit soort avonturen – wel zoeken naar de routes. Daar komt bij dat we vanmiddag op tijd in het dal moeten zijn om de trein naar Zürich te halen. En zonder uitloop is het toch minder prettig pionieren in een onbekend klimgebied.
De wand waarop we klimmen heeft zeker potentie, maar oogt voor nu wat rommelig. Reden om na een paar lengtes het spoor terug te volgen naar de hut, naar de kermis onderaan de Titlis, en naar de trein, het warme dal van Zürich in. Onze klimtrip zit erop. Er zijn grenzen verlegd, ontdekkingen gedaan en er is genoten. En wij hebben vastgesteld hoe mooi het is als de liefde voor de bergen wordt doorgegeven van moeder op zoon.

Wegtypes
Start
Bestemming
Noteer
Coördinaten
Statistieken
- 6 Locaties
- 6 Locaties
Vragen & antwoorden
Wilt u de schrijver een vraag stellen?
Reviews
Wees de eerste om anderen te beoordelen en te helpen.
Foto's van anderen