Davos - St. Moritz

Tweemaal overnachten we twee nachten in één hut. Dit geeft de gelegenheid tot het lopen met een lichtere rugzak of zelfs een rustdag. Op één dag na zijn de dagtrajecten niet bijzonder lang, maar bij voldoende belangstelling, enthousiasme en goede omstandigheden is er soms een extraatje mogelijk.

Na de huttenaanloop van de eerste dag wordt op de tweede dag geoefend in wat moeilijker terrein. Als we eenmaal de blokken, het puin en het gruis onder de knie hebben kunnen we de derde dag de gletsjer opgaan. De gletsjers in dit gebergte zijn zeer geschikt voor een eerste kennismaking met het ijs: niet al te groot of steil, maar wel met fraaie overgangen. Er is voldoende gelegenheid om te oefenen met stijgijzers en gletsjertechnieken. De gletsjerpassage hoeft nooit langer te duren dan twee uur, maar wij zullen er onze tijd voor nemen. Op de vierde dag gaan we over de Vadret da Porschabella, de gletsjer aan de voet van de superieure Piz Kesch.

Onderweg zullen we één keer een weg kruisen, namelijk de Albulapasweg, die alleen ’s zomers geopend is. We laten het verkeer weer snel achter ons en komen vervolgens in het zuidelijke deel van de Albula, waar het zowaar nog rustiger is. Bij goede omstandigheden proberen we vanuit het eenzame Val Jenatsch de Piz Calderas (3397m) te beklimmen. De beklimming en afdaling gaan voor een groot deel over de gletsjer. Op de laatste dag moet eerst nog een pas bedwongen worden voordat de afdaling naar St. Moritz kan beginnen.