
Wandelen met kinderen
Wandelen aangepast aan de leeftijd
Leeftijd 1-3 jaar
Zelfs de allerkleinsten kunnen samen met u - in een draagzak - op pad. Maar omdat ze zich daarin nauwelijks kunnen bewegen en volledig aan het weer zijn blootgesteld, zijn regelmatige pauzes noodzakelijk.
De totale duur van de route mag niet meer dan drie tot vier uur bedragen. De persoon die het kind draagt, moet de omstandigheden van het parcours aankunnen om de veiligheid van het kind niet in gevaar te brengen.
Leeftijd 3-6 jaar
Zodra kinderen wat ouder zijn, willen ze graag zelfstandig hun omgeving verkennen. Bomen, rotsen, bospaadjes en kleine beekjes zijn perfect om de kleintjes tevreden te houden. Onbeschutte en te steile paden zijn taboe. In totaal mag de wandelroute niet langer dan vier uur duren.

Foto: ikarus.cc, CC BY, Steiermark Tourismus
Leeftijd 6-10 jaar
op deze leeftijd groeien het uithoudingsvermogen en de conditie. langere wandelingen tot en met 5 uur zijn mogelijk. Steilere gedeeltes en klimmende passages zijn met de nodige oefening en hulp mogelijk.
leeftijd 10-14 jaar
Vaak hebben deze kinderen al een behoorlijk uithoudingsvermogen, hun fysieke kracht neemt toe en de bewegingen zijn harmonieus. Met de nodige wandelervaring kunnen zelfs meerdaagse routes met een overnachting in een hut worden gepland. Ook hier mag een totale wandeltijd van zes à zeven uur niet worden overschreden.

Foto: Johannes Puch, www.johannespuch.at, CC BY, Bad Kleinkirchheim, flickr.com
uitrusting voor een wandeling met kinderen
Veiligheid bij het wandelen met kinderen
De veiligheid van de kinderen heeft de hoogste prioriteit. Vermijd gevaar door een goede routeplanning (lengte van de route, conditie van het parcours, weersvoorspelling, enzovoort). Het is niet toegestaan om kinderen mee te nemen op routes die je zelf niet veilig kunt afleggen.
In veilig en beheersbaar terrein moeten kinderen altijd voorop lopen. Op die manier kunt u hen in het oog houden en helpen. Jongere kinderen moeten aan de hand worden genomen op plaatsen waar gevaar voor uitglijden of vallen bestaat. Als alternatief kunnen zij worden vastgemaakt met een borst- of heupriem en een kort touw.